In de medische wereld wordt met de term syncope een kortdurende bewusteloosheid die vanzelf weer over gaat bedoeld, die veroorzaakt wordt door een vermindering in bloedtoevoer naar de hersenen. Een syncope is dus als het ware een vorm van ‘wegraken’ die niet veroorzaakt wordt door een hersenschudding. Door het verlies van het bewustzijn verliest men eveneens de spierkracht en dus de lichaamshouding waarin men zich bevond voor de syncope. Informeel wordt een syncope ook wel flauwvallen genoemd.
Er zijn grofweg vier oorzaken waardoor de bloedtoevoer naar de hersenen tijdelijk niet voldoende is en waardoor men een syncope krijgt. Dit kan gebeuren via het hartritmestoornissen, waardoor de bloedsomloop verandert. Dit kan echter ook komen door onvoldoende vocht in het lichaam, dit wordt ook wel hypovolemie genoemd. Dit is echter een zeer zeldzaam voorkomende oorzaak. Falen van het autonome zenuwstelsel veroorzaakt een daling van het bloed naar de benen, waardoor de hersenen onvoldoende bloedtoevoer ervaren. Dit kan door diverse aandoeningen en medicatie veroorzaakt worden, maar ook tijdens de puberteit net na de groeispurt. Het komt bij hen zo vaak voor dat het als normaal beschouwd wordt. Tot slot kan men een reflexsyncope krijgen, dit is een reflex waardoor de bloeddruk zakt en het hart trager gaat slaan. Deze reflex kan op diverse manieren uitgelokt worden, bijvoorbeeld door angst, pijnprikkels of het zien van bloed.
Er heerst nogal wat verwarring rondom de definitie van een syncope. Wanneer men echter het bewustzijn niet verloren heeft, kan men niet spreken van een syncope. Andere vormen van wegrakingen kunnen sterk lijken op een syncope, maar zijn het niet, zoals aanvallen van epilepsie.